stap 1: een partner kiezen

Een goede partner is betrouwbaar (komt de afspraken na), neemt initiatieven en communiceert duidelijk. Het is natuurlijk leuk om een vriend of vriendin te kiezen, of een slimme klasgenoot die meestal alles perfect voor elkaar heeft. Maar de bedoeling is dat je beiden evenveel inbreng hebt bij het profielwerkstuk. Daarom is het aan te raden om iemand te kiezen waar je goed mee om kunt gaan, maar hij/zij moet ook dezelfde interesses hebben, zodat jullie enthousiast aan de slag kunnen. Zo’n partner zal jullie beiden het beste resultaat opleveren bij je profielwerkstuk.

ben jij een teamspeler?

Goed kunnen samenwerken is een belangrijke vaardigheid, waar je in veel omstandigheden profijt van kan hebben. Vlot en efficiƫnt teamwork is echter niet vanzelfsprekend. Daarom volgt hier een lijstje met belangrijke tips en adviezen:

aandachtspunten:
  • Kies een geschikte werkplek
  • Bespreek samen de richtlijnen en eisen die gelden voor het profielwerkstuk.
  • Spreek iedere keer af hoe je lang jullie bespreking mag duren, zo kun je de tijd beter in de gaten houden. Eventueel kunnen onderwerpen worden doorgeschoven naar een volgend moment.
  • Bepaal de onderwerpen voor jullie overleg (agenda). Je kunt daardoor makkelijker per onderwerp discussiĆ«ren en besluiten nemen. Volg de opgestelde agenda, zodat de onderwerpen niet door elkaar besproken worden. Bespreek elk onderwerp apart en vat het besluit daarover samen. Daarmee is het besluit voor jullie beiden duidelijk.
  • Ieder maakt zelf eigen aantekeningen, maar spreek daarnaast elke keer af wie deze als notulen uitwerkt.
  • Noteer alle afspraken in het logboek. Overleg wie wanneer het logboek bijhoudt.
  • Maak gebruik van checklists die op dat moment van belang zijn.
structuur
  • Houd de tijd(lijn) in de gaten.
  • Spreek na elke bespreking het tijdstip van de volgende bijeenkomst af en geef aan wat er dan wordt besproken. Daarmee heb je meteen de agenda voor die bijeenkomst.
constructief samenwerken
  • Controleer bij twijfel of je jouw partner goed begrepen hebt. Vraag, waar nodig, uitleg.
  • Geef alleen commentaar als daardoor iets verbeterd kan worden.
  • Als je zelf commentaar krijgt, schiet dan niet meteen in de verdediging. Denk er over na en doe er je voordeel mee. Van kritiek kun je heel wat meer leren dan van een complimentje. Zie het maar als een cadeautje.
  • Help je partner of geef adviezen als hij/zij problemen heeft met de taak.
  • Wanneer er verschillende meningen zijn, maak die verschillen dan eerst goed duidelijk. Zoek daarna naar zaken waar je het wel over eens bent. Dat maakt het probleem vaak een stuk kleiner! Maak gezamenlijk een keuze waardoor jullie gemeenschappelijk belang (het goed uitvoeren van de opdracht) het best gerealiseerd kan worden.
  • Praat eventueel een meningsverschil uit met je begeleider erbij.
  • Kom op voor jezelf wanneer dat nodig is. Durf ook nee te zeggen.
nabespreken
  1. Hebben jullie in goede sfeer kunnen samenwerken?
  2. Zijn de uitkomsten van de bespreking goed in het logboek gekomen?
  3. Check de afspraken nog eens die jullie tijdens de besprekingen hebben gemaakt. Is het jullie gelukt om je aan die afspraken te houden?
  4. Geef elkaar tips om bij een volgende keer nog beter te kunnen samenwerken.